De grond
Planten hebben zoals je weet geen mond. Maar ze hebben wel — net als jij — water, voedsel en zuurstof nodig om te kunnen groeien. Die stoffen halen planten uit de grond met hun wortels. In de bodem moet dus voldoende water, voedsel en zuurstof zitten. Anders kunnen de planten niet groeien. Maar niet elke bodem houdt deze stoffen even goed vast. Hoe zit dat precies?
Korreltjes
Grond bestaat uit een heleboel korreltjes. Soms zijn de korreltjes groot, soms klein. Tussen grote korrels zitten ook grote ruimtes. Doe maar eens een handvol hele grote knikkers in een glas. Die knikkers passen niet precies op elkaar, je ziet er allemaal grote gaten tussen zitten. In die gaten zit lucht, maar je kunt er ook makkelijk water in gieten. Vul nu een ander glas met hele kleine knikkertjes. Zie je dat de gaten tussen de knikkertjes ook kleiner zijn? Er is dus minder ruimte voor lucht en water.
In grond met grote korrels zit dus veel lucht. Je kunt er ook makkelijk water doorheen gieten. In grond met kleine korrels zit weinig lucht, en water loopt er minder snel doorheen. Welke grond in Nederland heeft veel grote korrels denk je? En welke kleine korreltjes?
Zandgrond
Zandgrond bestaat uit grote korrels. Er zitten veel grote gaten tussen voor water en lucht. Als het regent loopt het water er zo doorheen. Dat gaat soms zo snel dat planten niet eens tijd hebben om het water op te drinken! De grond is zo weer droog. Ook het voedsel spoelt er met het water makkelijk uit. De meeste planten houden daarom niet van zandgrond.
Kleigrond
Kleigrond bestaat uit een heleboel kleine korreltjes. Die kleven allemaal aan elkaar. Je kunt met deze grond vaak goed kleien! Maar niet alle planten zijn er gek op. De gaatjes tussen de korrels zijn heel klein. Er is daarom niet veel plek voor zuurstof. En het water loopt er maar heel moeilijk doorheen. Een voordeeltje: het voedsel blijft wel plakken in de kleine gaatjes.
Goede grond voor de schooltuin
Goede grond voor de schooltuin is een mix van grote en kleine korreltjes. Zand en klei door elkaar dus. In die grond is genoeg ruimte voor zuurstof. En als het regent loopt het water niet te snel weg. Je kunt de grond ook verbeteren door er compost door te mengen. Compost maakt de grond luchtig. En het houdt water en voedsel vast. Dat is precies wat je planten nodig hebben!
Wist je dat?
Beestjes zijn heel goed voor de grond! Lees daar meer over op de pagina bodemleven.
toon extra informatie voor docenten
verberg extra informatie voor docenten
Informatie voor docenten
De staat waarin de bodem verkeert bepaalt in grote mate of de planten goed willen groeien. Ze halen er immers hun voedingsstoffen, maar ook water en zuurstof vandaan. Die stoffen moet de bodem dus wel kunnen afgeven. Soms laat de structuur van de bodem dat niet toe. Zandgronden zijn vaak luchtig, maar houden het water niet vast en bevatten meestal weinig voedingsstoffen (ze zijn ‘arm’). Kleigronden zijn hier het tegenovergestelde van. Ze zijn rijk aan voedingsstoffen maar hebben een dichte structuur. Wortels dringen moeilijk in de grond door, er is weinig zuurstof aanwezig en de waterdoorlatendheid is slecht. Een goede tuingrond zit ergens tussen deze twee uitersten in.
Als de structuur van de bodem slecht is moet deze dus verbeterd worden. Dat kan in alle gevallen heel goed met compost. Compost maakt zware bodems luchtiger, terwijl lichte bodems hun water beter kunnen vasthouden. Bovendien wordt met compost niet alleen de structuur verbeterd maar worden ook voedingsstoffen toegevoegd aan de bodem. De grond bemesten met bijvoorbeeld kunstmest terwijl de structuur van de bodem niet goed is, heeft absoluut geen zin. De voedingsstoffen zullen dan gemakkelijk uitspoelen en het grondwater verontreinigen. Compost heeft de prettige eigenschap dat het voedingsstoffen vasthoudt.
Behalve de bodemstructuur kan ook de pH (de zuurgraad) nog van invloed zijn op de groei van planten. Deze bepaalt namelijk onder andere in hoeverre voedingsstoffen kunnen worden opgenomen uit de bodem. De meeste planten houden van een neutrale tot licht zure grond. De pH wordt uitgedrukt in waarden van 1 tot 14. Een pH van 7 noemt men neutraal, de waarden daaronder zijn zuur, de waarden daarboven basisch. Voor het meten van de zuurgraad zijn eenvoudige testsetjes verkrijgbaar.
Meer informatie over de bodemstructuur en -bemesting is te vinden op de website Neêrlands Tuin en de website Groen.net.